Veldstudiedag 10 oktober 2019: duizenden jaren landgebruik in Vasse/Mander

Op 10 oktober 2019 kwam een select groep belangstellenden voor landschapsgeschiedenis bijeen in de watermolen van Bels om te genieten van voordrachten, het uitwisselen van veel informatie en voor een geweldige fietsexcursie.

Door Geert Bekkering

Fietsexcursie bij Mander. (Foto: Martijn Horst)

Ik dacht dat ik nu wel zo’n beetje wist hoe het in die Noord-Oosthoek van Twente in elkaar stak, maar dan wist archeoloog Huub Scholte Lubberink ons toch weer te verrassen met een prachtig overzicht over duizenden jaren van landgebruik in die streek en nieuws over archeologische vondsten, door ze in een nieuw perspectief te plaatsen.

En dat gold al helemaal voor de tweede spreker landschapsecoloog Harm Smeenge, die zijn onderzoek naar landschappelijke elementen in een ecologisch perspectief plaatste. Geweldig hoe hij de veranderingen aan beken in het verleden heeft kunnen ontrafelen en verklaren en hoe hij de verschillende (verdwenen) watermolens in dat verhaal kon passen. Vervolgens maakte Harm duidelijk dat de nieuwste technieken om het Algemeen Hoogtebestand Nederland (AHN) te raadplegen, sterk bijdraagt aan ons begrip over cultuurlandschappen. Door middel van de AHN werden vele karrensporen bij Mander ‘ontdekt’.

Een wandeling door de bossen richting het molenbekken van de verdwenen (en tot voor kort vergeten) Bovenste Molen bij Mander. (Foto: Martijn Horst)

Vervolgens gaf cultuurhistoricus Martijn Horst van het Landschap Overijssel een lezing over hun integraal landschapsbeleid, en hoe het Landschap deze in een geheel nieuw perspectief heeft geplaatst om op die manier een eenduidig en overzichtelijk verhaal naar buiten te kunnen brengen. Het was een nogal theoretisch verhaal, maar met verve gebracht en met talloze mogelijkheden om in de toekomst toch wat integraler met landschapsgeschiedenis om te gaan.

Huub Scholte Lubberink en Harm Smeenge zetten een boring in een ‘celtic field’ bij Mander. (Foto Martijn Horst)

De excursie was weer als vanouds. Harm leidde ons langs grafheuvels, celtic fields en een gereconstrueerd hunebed. Op zich bekend, maar door er vanuit verschillende invalshoeken samen over te praten, krijg je toch een completer beeld. Oude stobben, van misschien wel duizend jaar oud bosgebruik waren echt (in deze buurt) ‘nieuw’ voor iedereen. Maar het toppunt was natuurlijk de struintocht naar het helemaal
dichtgeslibde en overgroeide molenbekken van de Bovenste Molen, dat Harm door middel van een studie van de beken had herontdekt. Hij zette boringen waaruit af te lezen was, hoe het molenbekken was dichtgeslipt. Zo ‘lees’ je het landschap op een voor velen heel nieuwe manier.

Bedankt Harm!
En bedankt ook de automobilist, die de minder mobiele deelnemers over zandpaden achter de fietsers aan voerde.