Op 4 april werd het Netwerk Landschap & Geschiedenis gastvrij onthaald op het archief van kasteel Twickel bij Delden. De lezingen werden verzorgd door leden van het netwerk voor landschap en geschiedenis: archeoloog Huub Scholte Lubberink, bouwhistoricus Ben Olde Meierink en archivaris Aafke Brunt.
Door Evelyn Ligtenberg
Huub Scholte Lubberink beet het spits af met een presentatie over de opgraving op kasteel Twickel dat door de NJBG in 1978 is uitgevoerd. Uit de onderzoeksresultaten bleek dat de bouw van het kasteel vergelijkbaar is met die van het Huis te Brecklenkamp en Huys Hengelo.
Kasteel Twickel is op een heel natte plek in het landschap gebouwd. Tegenwoordig is de grond zodanig opgehoogd dat van deze natte ondergrond niks meer zichtbaar is. De grond van de daarvoor gebruikte ophooglagen is waarschijnlijk afkomstig uit de eromheen liggende grachten. In de ophooglagen werd weinig puin aangetroffen, wat erop duidt dat er op het moment van aanbrengen flink werd gebouwd.
Het is onduidelijk of ter plaatse van het kasteel eerst een hof heeft gestaan. Dit lijkt onlogisch omdat een hof met een agrarische bestemming zich bij voorkeur niet op een natte plek zou vestigen.
Ben Olde Meierink stelde in zijn presentatie de bouwhistorie van kasteel Twickel centraal. De centrale kasteeltoren is 16e-eeuws en moest status uitstralen. De details in de versiering en afbeeldingen zijn allemaal te typeren als hoogwaardige renaissance. De zuilen zijn een verwijzing naar Rome en hadden als doel om je als het ware naar binnen te geleiden. Dergelijke zuilen zijn ook aanwezig in het Maarten van Rossemhuis in Zaltbommel, de Cannenburgh te Vaassen en het Penninckshuis in Deventer die uit dezelfde periode dateren.
Rond 1690 volgde een uitbouw met een galerij, wat een bijzonder fenomeen is voor deze omgeving.
De laatste toevoeging vond in 1847 plaats.
Als je het kasteel van de zijkant bekijkt, zie je heel duidelijk de 16e-, 17e– en 19e-eeuwse bouwfases. De toren kenmerkt zich door speklagen, (waar lagen baksteen zich met zandsteen afwisselen). Het was een modebeeld dat vanuit Vlaanderen en Brabant onze kant op kwam, maar zeer weergevoelig bleek te zijn.
Er zijn tot nog toe geen middeleeuwse funderingen aangetroffen. Echter kan het oudere kasteel ook op een andere plek hebben gestaan, bijvoorbeeld ter plaatse van het relatief grote voorplein. Maar de voorganger kan ook nog onder het huidige kasteel verborgen zitten. Deze oude fundering kan zo goed als compleet weggegraven zijn. Concentraties van puinvondsten in het huidige park vormen mogelijk een aanwijzing voor de ligging van het oudere kasteel.
Ook de Stadsrekeningen van Deventer kunnen een goed uitgangspunt zijn voor verder onderzoek naar de bouwhistorie van Twickel.
Aafke Brunt gaf een inleiding op een bezoek aan de tuinen van Twickel, door het nodige kaartmateriaal te laten zien. Met name de kaart getekend door een 17-jarige Harmen Jan van der Wijck viel op door de grote mate van detail. De kaart lijkt op die van de Hottingerkaart, maar dan veel gedetailleerder.
Een eerste teken van de Romantiek vormde de aanleg van een Slingervijver achter het kasteel. De grond die hierbij vrijkwam, werd gebruikt voor de aanleg van glooiingen op het terrein.
Kaartmateriaal is prachtig, maar nog beter is het zelf aanschouwen van hetgeen aangelegd werd in vroeger eeuwen. Een wandeling door de tuinen met een bezoek aan het uitkijkpunt maakten het beeld dat we van Twickel na de archeologische en bouwhistorische verhalen hadden opgedaan compleet.
’s Middags gingen we te voet richting de watermolen waar een korte uitleg volgde. Daarna met de auto over het uitgestrekte terrein van Twickel naar de houtvesterij voor een uitleg over de werkzaamheden daar, alsmede een bezoek aan het terrein dat normalerwijze voor bezoekers afgesloten is. Hier konden we constateren dat samen met het waterschap het nodige herstelwerk is uitgevoerd, maar dat de recente storm van januari voor de nodige schade aan met name de bomen had aangericht. Aangezien het begon te regenen is er nog even geschuild in de jachtkamer. Daarna kon iedereen moe, maar voldaan richting het eetadres voor de avond in het centrum van het gastvrije Delden.