Op vrijdag 21 juni 2019 vond er een vervolg op het in november 2018 door drs. John van Zuidam gepresenteerde boek ‘Oale Groond. Geschiedenis van het Twentse Landschap’ plaats in de vorm van een veldstudiedag. Het thema van de bijeenkomst was: ‘Landbouw, landschap- en natuurbeheer: dat doen we samen!’. Een actueel en relevant onderwerp, zeker nu het nieuwe landbouwbeleid van minister Schouten is verschenen en in de praktijk dient te worden gebracht. Het ochtendprogramma omvatte enkele lezingen, het middagprogramma bestond uit een veldexcursie.
Door Marnix Deterd Oude Weme
Om 10:00 uur verzamelden de eerste leden van het netwerk zich bij Droste’s herberg te Tubbergen, alwaar de handen werden geschud en koffie met krentenwegge werd genuttigd.
Nadat de laatste aanwezigen zich in de zaal hadden gesetteld startte prof. dr. ir. Theo Spek – hoogleraar Landschapsgeschiedenis aan de Rijksuniversiteit Groningen – om 10:30 uur met zijn voordracht voor circa 30 leden, waarin een pleidooi werd gehouden om de aloude verbinding tussen landschap, landbouw en natuur in het (Twentse) buitengebied te herstellen.
Tot in de 20e eeuw gingen natuur en landbouw harmonieus samen en gaven het cultuurlandschap vorm. Door de schaalvergroting die de afgelopen decennia binnen het Nederlandse platteland heeft plaatsgevonden zijn deze entiteiten steeds meer van elkaar gescheiden geraakt en zijn de extremen binnen de spectra opgezocht, met grote ingrepen in het ecosysteem en landschappelijke inrichting tot gevolg.
Niet het scheiden maar verweven van functies vanuit een integrale benaderingswijze zou een bijdrage aan een systeemverandering kunnen leveren, waarin landbouw en natuur niet langer elkaars tegenpolen zijn, maar elkaar kunnen versterken en een rijk geschakeerd cultuurlandschap kunnen voortbrengen.
Omstreeks 11:30 uur betrad ir. Roelf de Boer het spreekgestoelte, en wel vanuit zijn hoedanigheid als voorzitter van de Agrarische Natuurvereniging Lingestreek. Er werd gesproken over de spreekwoordelijke kloof die landbouw en natuur gedurende de afgelopen eeuw van elkaar gescheiden heeft, waarbij voorbeelden van lokaal tot mondiaal niveau werden aangedragen. De spreker poneerde bij tijd en wijle opiniërende stellingen aan het publiek om de gedachten over dit thema aan te scherpen.
Na het nuttigen van de koffie volgde rond 12:30 uur de lezing van Herman Nieuwe Weme, waarin hij vanuit zijn rol als voorzitter van het Gebiedscollectief Noordoost Twente op praktische wijze vertelde over de oprichting, doelstellingen, resultaten en toekomstverwachtingen van deze coöperatie. Binnen het collectief – dat in november 2013 is opgericht – werken LTO Noord-afdelingen, Overijssels Particulier Grondbezit en Natuur- en Vogelwerkgroep De Grutto samen aan de verbetering en versterking van het agrarisch natuurbeheer in Noordoost-Twente.
De lezingen van Theo Spek en Herman Nieuwe Weme vulden elkaar goed aan en lieten vanuit een theoretisch en praktisch perspectief zien hoe landschappelijke, landbouwkundige en natuurlijke ontwikkelingen in het (Twentse) buitengebied met elkaar samen kunnen gaan en elkaar kunnen versterken. Roelf de Boer zijn voordracht was filosofisch en prikkelend tegelijk, het heeft de aanwezigen ongetwijfeld op een alternatieve manier over het thema aan het denken gezet.
Na de lunch werd rond 14:00 uur een bezoek gebracht aan het gelijknamige biologische melkveebedrijf van Herman Nieuwe Weme in de nabijheid van het Stift te Weerselo, alwaar hij enthousiasmerend vertelde over zijn ecologische bedrijfsvoering en de hierachter liggende filosofie.
Na een rondwandeling over dit eeuwenoude door eiken omlijste boerenerf te hebben gemaakt en een kijkje in de stallen en melkput te hebben genomen, werd er omstreeks 15:00 uur richting het meer dan 250 jaar oude landgoed en havezate Herinckhave aan de rand van de Fleringer Es getogen, waar jhr. Lothar von Bönninghausen het gezelschap van harte welkom heette.
Allereerst werd een boeiende lezing verzorgd in de Brandschöp – een tot landgoedcentrum omgebouwde boerenschuur – over de ontstaansgeschiedenis en ontwikkeling van het landgoed door de eeuwen heen, waar nieuwe economische dragers de van oudsher agrarische invulling grotendeels hebben vervangen.
Daaropvolgend werd een rondwandeling over het terrein gemaakt langs de vloeivelden, weilanden en kampen, waarbij tevens de aan het landgoed verbonden watermolen en huiskapel werden bezocht. Bijzonder gegeven is dat de oorspronkelijke lanenstructuur van het landgoed in al die eeuwen nauwelijks is gewijzigd, waarvan een vergelijking tussen de Hottinger-kaart uit het einde van de 18e eeuw en de huidige topografische kaart het bewijs levert.
Rond 17:00 uur keerde het gezelschap terug richting Tubbergen en begaf eenieder zich weer huiswaarts, nagenietend van de leerzame dag. Al met al was het een boeiende bijeenkomst, waarin de aanwezige leden hun actuele kennis en nieuwe inzichten over de geschiedenis én toekomst van het Twentse landschap met elkaar hebben uitgewisseld. Integraal vanuit ieders eigen discipline, geheel in de geest van het thema.